De Arabica-koffie levert minder op dan de Robusta-koffie en soms is de bittere smaak van de Robusta-koffie te prefereren, maar beide leveren veel op. De Robusta koffie wordt meestal geprefereerd in landen met een tekort aan land.
De arabicaplant groeit vanuit het kopstronkgenotype door de productie van uiterst dunne takken die uitlopen. De enige verwant van de Arabica plant die groter wordt is de Chinese koffie, maar dat zijn Robusta planten die een veel breder scala aan effecten voortbrengen.
De Robusta-koffie is donkerrood van kleur met een tamelijk gladde schil. Wanneer hij wordt gebrand, geeft de Robusta-koffie een hoger cafeïnegehalte af en wordt hij vaak gebruikt in contrast met sterkere koffie. De snede van de koffiebonen is een factor die de smaak van de koffie beïnvloedt. Hoe meer de bladeren van de koffie gedroogd zijn, hoe donkerder en voller de koffie is. Hoe minder de bladeren van de koffie gedroogd zijn, hoe frisser de koffie is en hoe meer cafeïne hij bevat.
De Arabica-koffie is een veel frissere koffie en geniet over het algemeen de voorkeur van de mensen. De Robusta koffie wordt niet zo vaak gebruikt bij de bereiding van Robusta koffie.
Cafeïne – een normale koffiegewoonte verhoogt de bloedsuikerspiegel, laat het enzym meer dopamine produceren en betekent dat het effect van de Robusta koffie minder wordt. Dopamine is een natuurlijke chemische verbinding die de werking van Robusta koffie versterkt.